Tuinboon, Labboon

De  erwtjes en tuinboon staan onder net

Tuinboon groeit met de dag

Jonge kiemplantjes zijn bijzonder gevoelig aan schimmelaantasting en zijn erg aantrekkelijk voor vogels.

Na 6 tot 8 bloementrossen  zijn de planten getopt zodat deze minder aantrekkelijk worden voor de luizen.

Bonen moeten zo vroeg mogelijk de grond in om aan de zwarte bonenluis te ontsnappen. Naast een rij bonen is dille of bonenkruid een goede combinatie.

Vruchtafwisseling Geen bonen zaaien na een vlinderbloemige (bonen, erwten, tuinboon). Er wordt aangeraden maximaal één maal per vier jaar terug te keren met vlinderbloemigen op hetzelfde perceel.
In het vruchtwisselingsschema gaan zij de kolen vooraf.