|
Plattegrond perceel op de Volkstuin |
- Vlinderbloemige peulvruchten)
- Nachtschadeachtigen (aardappel, tomaat)
- Overige (blad-, wortel- en knolgewassen)
- Kruisbloemigen (koolsoorten)
De vlinderbloemige laten stikstof achter in
de bodem, waar de nachtschadeachtigen van kunnen profiteren. Zij hebben ook minder mest nodig dan de koolsoorten.
In de
praktijk betekent dit dat de aardappelen na de peulvruchten worden
geteeld. Aardappelen laten een mooie structuur achter voor de fijnere
zaden zoals wortelen, uien, witlof, enz. Blad-, wortel- en knolgewassen
passen dan ook prima achter de aardappelen.
Wat overblijft zijn de
koolsoorten, die worden geteeld na de blad-, wortel- en knolgewassen.
Omdat het aanbod blad-, wortel- en knolgewassen nogal groot is, kan in
het voorjaar het aandeel kort groeiende bladgewassen worden gecombineerd
met de peulvruchten.
Nagewassen Het is heel goed mogelijk om in één
seizoen meer dan één gewas op hetzelfde stuk grond te telen. Dan is het wel zaak om vlinderbloemige,
achter vlinderbloemige, en koolsoorten achter koolsoorten te zetten.